Het leed dat speelgoed heet, of…nou ja leed. Laten we voorop stellen dat helaas niet elk kind gezegend is met tien kilo speelgoed. Ik voel me dan ook een rijk mens dat ik laatst nog heel veel heb kunnen weggeven. Ik vind het schrijnend om te horen dat er ouders zijn die zich geen auto’s en blokkentorens kunnen veroorloven. Dat raakt mijn hart.
Alsjeblieft, als je zo’n ouder bent en je woont in de buurt van Zoetermeer: laat me het weten. Wij hebben hier namelijk te maken met een overschot dat alleen maar groter wordt. Van de bovenverdieping tot aan de schuur staat er speelgoed opgeslagen. Wij weten van ellende niet meer waar we onze eigen troep moeten laten. Wij worden met onze spullen naar de zolder verbannen waardoor iedere logee kan ervaren hoe het is om in een doos te slapen. Tijd voor een oplossing.
Hoe de speelgoedverzameling begon
Ooit hadden we niet meer dan een rammelaar, twee knuffels, een pluchenblokkenset, een boxspiraal en een muziekdoosje. Dat was zeg maar vijf dagen voordat Noah werd geboren. Alles lag toen keurig geordend en perfect symmetrisch in de box. Een heerlijke serene sfeer waar een lief klein baby’tje prima bij paste. Bedenk er even een overdreven schoon huis bij -zelfs de verwarmingsbuizen had ik uitgebreid gesopt, iets met nesteldrang- en het plaatje is compleet. Dat was dus de tijd: het leed dat speelgoed heet. Toen werd Noah geboren en kwamen er cadeaus. Hij paste alleen in maatje 44, dus er kwamen nogal wat mensen aanzetten met speelgoed. Een auto, een treinbaan, een aantal knisperbeestjes, een collectie kinderboeken en dan moest Sinterklaas ook nog langskomen. Het kleine frummeltje had al een hele kast vol met spullen voordat hij überhaupt in staat was om er mee te spelen. Jazeker, ik voel me een gezegend mens dat mijn ventje dat allemaal kon krijgen. Toch krabde ik mezelf toen al achter de oren: ‘Waar moeten we dit toch in vredesnaam allemaal laten?’
Nog zoveel meer speelgoed
Inmiddels zijn we drie verjaardagen en drie sinterklaasvieringen verder en begint het echt een beetje uit de hand te lopen. Het leed dat speelgoed heet dus. Ook hebben we nu Sophie, die ook al drie cadeaumomenten heeft meegemaakt. Noah heeft er moeite mee dat alles waar hij ooit mee gespeeld heeft, nu voor Sophies neus ligt. Logisch, het is van hem. Hoewel we onze kids leren delen, is het ook goed als elk van hen eigen spulletjes heeft. Dus, hoppa, daar gaat weer een verlanglijstje voor nieuw speelgoed de deur uit. Hoewel ik wel probeer om geen dubbele dingen te kopen/krijgen, zul je begrijpen dat de hoeveelheid speelgoed hierdoor nog groter wordt. We hebben dan geen roze en blauwe loopwagen, maar wel een loopwagen en een loopauto. Voor Sophie hebben we geen interactief speelkleed gekocht, die hadden we al, maar ze heeft bijvoorbeeld wel een ronddraaiende activiteitenbal. Voor haar is de stapel nog niet zo groot, maar hé ze is dan ook 2,5 jaar jonger dan haar broer. Noah heeft inmiddels ook veel duplo en een werkbank met allerlei gereedschap. Het ‘grappige’ is dat Noah het meest geniet van een simpel blank A4 met kleurpotloden ernaast en dat Sophie zich vermaakt met lege pizzadozen. Zet kinderliedjes aan op Spotify en je hebt mijn kids een middagje zoet voor nog geen vijftien euro.
Waarom doen we niet de helft weg?
Ja, leg maar eens aan je kind uit dat hij niet meer kan spelen met zijn Ark van Noach omdat je het hebt weggedaan. Hij is er gewoon te oud voor geworden, of hij is net als mama de deuntjes zat. Hij kijkt er vrijwel nooit meer naar, maar als het weg is zal hij boos zijn. Zelf hebben we ook bepaalde herinneringen aan die ark, het was een cadeau voor zijn eerste verjaardag. Wegdoen is voor beide partijen dus erg lastig en zo is het met veel meer speelgoed. En dus bewaren wij het keurig in de kast, of meer naast de kast eigenlijk, want de bewuste kast staat ook al vol met kinderkleding -zelfde dilemma-. Wat er oorspronkelijk in de kast lag, onze zooi -ook een hele hoop-, is al lang geleden naar de zolder verplaatst. Waarom we dát dan niet gewoon uitzoeken en weggooien zodat we weer ruimte hebben voor nog meer kinderspullen? Tsja, hoe zal ik het zeggen, het is zoveel dat er minimaal twee hele dagen voor nodig zijn. Zoveel tijd hebben we helemaal niet. Want als we niet bezig zijn met het opruimen van speelgoed, dan worden we wel op een andere manier bezig met de kinderen. Want de grootste entertainers heten geen Bliksem McQueen en Nijntje, maar papa en mama.
Het leed dat speelgoed heet vs spelen geeft gezelligheid en ruimte
We kunnen geen ruimte maken door simpelweg speelgoed weg te doen. We hebben geen tijd om onze eigen spullen uit te zoeken -ja, hadden we dat maar gedaan voordat we verhuisden-. Misschien moeten we daarom maar ophouden met zeuren en hopen dat Noah over een jaar of twee vrijwillig zijn speelgoed wil afstaan. Met de jaren worden kinderen redelijker en valt er met ze te onderhandelen: als je dit weg doet, heb je meer ruimte voor dat. Tot die tijd leggen we de logees in een van de kinderkamers – want die zijn hier echt flink- en proberen we alles zo goed mogelijk te camoufleren.
Ja, soms schaam ik me wel. Zolang mijn huis verder gewoon schoon en opgeruimd is, hou ik me ook maar voor dat dit een fase is. Ik hoop met heel mijn hart, en weet ergens met mijn verstand ook wel, dat er veel meer ouders een huis hebben als dat van ons. Het is geen huishouden van Jan Steen, maar wel regelmatig een gezellige bende. Ik hoop dat die gezelligheid en die ongedwongen, vrolijke sfeer geen dingen zijn van voorbijgaande aard. In dit huis wordt geleefd door twee volwassenen en twee kinderen. De tijd van perfecte ordening en serene rust komt wel weer als ze het huis uit zijn, en hopelijk duurt dat nog heel lang. Tot die tijd speel ik heerlijk mee met al het speelgoed. Spelen heeft invloed op de creativiteit, het logisch redeneren en het ruimtelijk inzicht. Geef mij dus maar twintig kilo speelgoed, misschien zie ik dan vanzelf in hoe ik het allemaal kwijt kan.
Ben jij bekend met het leed dat speelgoed heet? Hoe los jij dat op/ heb jij dat opgelost? Ik ben benieuwd!
Ik ken dat.
Vroeger hadden we niet zoveel speelgoed, maar tegenwoordig loopt dat soms uit de hand.
De kamers van mijn kleinkinderen lijken soms op een kleine speelgoedwinkel, zoveel ligt daar.
Tijd, vind ik, om wat weg te geven aan kinderen die niet zoveel hebben.
Dat is ook zeker wat ik Noah en Sophie ga leren. Dat ik vanuit mijn rijkdom kan uitdelen vind ik mooi, maar ik zou het helemaal geweldig vinden als ik straks met mijn kids samen speelgoed naar de speelgoedbank kan brengen. Nu is Noah vooral nog heel boos en verdrietig als ik speelgoed uitzoek, dat maakt het dan ook veel lastiger.