Verdorie toch. Ik zou minder netjes vloeken maar laat ik me nou nog net even als een dame gedragen. Als een juffrouw, zoals de man me net noemde. Ik heb getwijfeld of ik jullie dit zou schrijven. Blijkbaar heb ik beslist van wel.
Shoppen en bijbehorende frustraties
Ik ging vandaag shoppen. Voor de tweede keer deze week. En nee, niet omdat ik geld teveel heb maar omdat ik de eerste keer gewoon helemaal niks gevonden heb. Of het deze keer beter ging? Niet echt helemaal. Hemdje rijker, dat wel.
Ik zou vandaag kunnen schrijven over hoe vreselijk ik het vind dat de modeketens blijkbaar alleen maar mooie kleren maken in maatje mini. En alleen maar tenten in maatje Inge. Feitelijke zaak maar het einde van de wereld? Bij deze, ik heb het gezegd.
Ogen verklappen wat stoere praat verbergen wil
In plaats van te zitten balen omdat ik niet mijn zoveelste ensemble in de kast kan hangen denk ik aan hem. De man met zijn arm in het gips, zijn vuile jeansbroek en zijn grauwe T-shirt dat ooit een witte was.
Ik kwam hem vanmiddag en een keer tegen. Toen liet hij al meteen een indruk na. En nog niet zo’n positieve ook. Ik ben niet het type dat meer afstand neemt op de stoep van personen die er wat sjofel of anders uitzien. Toch voelde deze meneer dat zo aan en wees me er dan ook duidelijk op : “ga maar gauw nog wat verder van me af lopen of anders…!”. De weemoedige blik en poging om schrikwekkend te klinken verraden wat hij werkelijk voelt : eenzaamheid en schaamte.
Ik vind het vreselijk voor hem. Het beeld dat hij heeft van zichzelf zit zo diep in zijn ‘zijn’ gegrift dat functioneren praktisch onmogelijk wordt en het lijkt alsof hij helemaal alleen in de wereld staat. Misschien staat hij ook alleen in de wereld.
Voortaan zeg ik wat ik denk
Paskamer in en uit sjok ik een middagje rond in de winkelstraat maar eigenlijk denk ik regelmatig aan hem. Toen hij dat zei, heb ik hel vakkundig genegeerd. “Waarom heb ik dat gedaan?” Waarom heb ik hem niet gewoon aangesproken, hem verteld dat dat niet mijn bedoeling was en dat het me spijt dat hij dat zo aanvoelde? Je weet wel. Zoals mensen onder elkaar conflicten oplossen?
Hoe ik zelf in het leven sta, is ook hoe ik wil opvoeden. Vanuit respect, vanuit erkenning van verschil en verbinding vanuit gelijkenissen.
In één oogopslag een andere dag door deze man
Na een magere winkelmiddag en maar een leuk truitje ga ik terug richting station. Langzaam. Ik heb vandaag niets om me voor te haasten. Ik wilde een blikje drinken kopen in de supermarkt. Supermarkt gesloten. Welke supermarkt sluit nu op zaterdag? Kom op. Naar het station dan maar, en dan neem ik wel iets uit de automaat.
De man die vanmiddag zo naar me uithaalde zit in elkaar gedoken op een bank. Met zijn linkeroog houdt hij me in de gaten en vindt uiteindelijk de moed om op me af te stappen.
“Juffrouw, ik ga iets vragen en jij kan altijd nee zeggen.”
Geld geven aan daklozen doe ik niet. Ik weiger om hun situatie en vaak bijkomende verslavingsproblematiek te sponsoren. Ik begin me mentaal al voor te bereiden om zijn vraag om geld af te wijzen. Dat is voor mij vaak een moeilijk ding. “Nee”, zeggen.
Heel het innerlijk dialoog blijkt zinloos. Zo zie je maar dat invullen wat een ander je gaat zeggen meestal niet helemaal juist is. Een van de zovelen levensreddende die vandaag weer hoogtij vierden.
Geluk in een blikje
“Juffrouw, wil je mij een cola schenken alsjeblieft? Eentje met echte suiker want ik heb niets te eten.” Ik kijk hem aan. Hij ziet er angstig uit en beschaamd. “Juffrouw, net zoals ik mag vragen, mag u weigeren.”
Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om deze man dit colaatje te ontzeggen. “Awel,” zeg ik. “Dat ga ik nu eens doen!” Ik steek mijn centen voorzichtig in de machine en de tijd lijkt even stil te staan. De man begint zenuwachtig te trappelen omdat er een cola zijn kant uit komt. Hij kan echt niet wachten.
“Ik ben een slaaf.”
Op het moment dat ik hem de cola aanreik, staan zijn ogen vol met tranen. De dikste rolt over zijn wang. “Sorry juffrouw, dat het zo moet. Het spijt me. Ik heb geen macht meer. Ik ben een slaaf. Verslaafd aan de alcohol.”
Zijn woordkeuze, houding en beleefdheid verraden dat het voor deze man ooit anders was. Ik loop naar mijn trein die bijna gaat vertrekken zonder mij. Terwijl mijn trein wegdondert, zie ik de man in een hoekje. Ver van alle mensen, zittend op een trap slurpt hij de kleinste slokjes cola ooit.
Een diepe indruk die blijft nazinderen
Op de trein begin ik dit stuk te schrijven. Ik weet nog niet of ik het ga posten maar het moet van me af. Ik schrijf dit niet om kortzichtige meningen over deze man te horen te krijgen of om lof los te weken voor dat miezerige colaatje dat ik hem kocht.
Ik schrijf dit omdat het me raakt en omdat ik weet dat dit voor heel veel mensen dagelijkse realiteit is. Ik schrijf dit omdat ik hoop dat het jullie raakt. Ik schrijf dit omdat ik zou willen dat we diep vanbinnen allemaal gewoon mensen blijven.
Ik schrijf dit omdat ik hoop dat wanneer het kleinste dingetje je dag om zeep helpt, je even terug denkt aan deze man. Ik schrijf dit omdat ik hoop dat jullie vanaf vandaag elke kans grijpen om iemands dag een klein beetje beter te maken.
“NEVER LOOK DOWN ON SOMEONE UNLESS YOU’RE HELPING THEM UP.”
Werd jij al een keer door elkaar geschud door een gelijkaardige belevenis?
No Comments